Ik ben buddy

Een uur per week ga ik naar de lagere school. Ik ben er buddy van twee kinderen. Ze noemen me de huiswerkjuf, maar het is meer dan dat. Of in elk geval anders.

(Li’s Verheyden)

Ik hoor de speelplaats al van ver. Een gezellige drukte is het, al die kinderen door elkaar. Gelukkig moet ik niet meer hard zoeken voor ik ze vind. Lars staat gegarandeerd te voetballen met zijn vriendjes en Daphne speelt met vriendinnen in de buurt van de goal of trapt een balletje mee. Lars en Daphne zijn kansarme kinderen. “Kansarm moet je begrijpen in de brede zin van het woord”, zegt projectdeskundige Sophie Vitse. “Buddy’s werken met maatschappelijk kwetsbare kinderen die minder kansen krijgen. Dat kan zijn omdat ze een taalachterstand hebben of omdat de thuissituatie moeilijk is. Ouders zijn verwikkeld in een scheiding of moeten elke dag weer zien hoe brood op de plank komt. Soms zijn mensen zo bezig met overleven waardoor de school geen prioriteit is. Dan kunnen ze beroep doen op een buddy.” En de nood is hoog. Sophie Vitse wordt overstelpt met vragen maar moet ze soms afwijzen. “Buddy’s komen alleen in scholen waarmee we een samenwerkingsverband hebben. De schoolcoördinator beslist dan welke leerlingen in aanmerking komen voor extra begeleiding.”

“Ik weet het! Ik weet het!”

Buddyproject Leuven
Een buddymoment.

Lars staat te springen met z’n vinger in de lucht. “Ik weet het! Ik weet het! Mag ik het zeggen?” Daphne breekt haar hoofd intussen nog over de rekensom. En ik breek het mijne over andere manieren om haar uit te leggen hoe ze een staartdeling kan oplossen. Het was even puffen en zuchten, maar het was alle inspanning waard. Alle oefeningen waren na een uur opgelost. En je had Daphnes gezicht moeten zien wanneer haar mama haar kwam halen: ze straalde van trots. “Telkens wanneer een kind op een positieve manier aandacht krijgt, worden in de hersenen nieuwe verbindingen gemaakt. De invloed van een buddy moet dus niet onderschat worden.” Ook de juffrouw van Lars en Daphne is tevreden met de komst van de buddy’s: “Ze krijgen extra uitleg, extra aandacht. Ze vertellen er niet over in de klas, maar ik zie bijvoorbeeld hoe blij ze zijn wanneer ze ook een sticker krijgen omdat ze alle woordjes juist geschreven hebben.”

Fouten

Buddyproject Leuven
Een buddymoment

Maar wat als ik de dingen fout uitleg? Of niet goed reageer? Dingen niet goed aanvoel? Buddy zijn is toch een hele verantwoordelijkheid? “Een buddy is als een soort grote broer of zus. Ook die maken fouten. Dat is niet erg. Het zit’m in de poging. Aanwezig zijn, dat is het belangrijkste wat een buddy kan doen. Je toont interesse in het kind achter de leerling. Niet de resultaten, maar het kind staat centraal. Een buddy stemt af op maat, denkt en voelt mee, neemt niet over maar geeft het kind de ruimte om mee te groeien. Een buddy is iemand die gelooft in het kind.” Een hele opgave. Gelukkig sta ik er als buddy  niet alleen voor. Regelmatig worden vormingen georganiseerd. En met vragen kan ik terecht bij de klasleerkracht, bij de schoolcoördinator of bij Sophie.

100% goesting
Sophie Vitse heeft gelijk wanneer ze van een win-winsituatie voor alle partijen spreekt. Want wanneer ik een uur later het schoolplein verlaat, speelt een glimlach rond mijn mond. Ik heb 100% goesting om volgende week weer naar school te gaan.

Meer weten?
Wil je meer weten over het buddyproject of wil je zelf buddy worden in het basis- of in het secundair onderwijs? Praktische informatie vind je in de folder of je contacteert Sophie Vitse op buddy@leuven.be

Lars en Daphne zijn fictieve namen.

Laat een antwoord achter...